Zelfverbetering
Waarom streven we zo fanatiek naar een betere zelf? En maakt zelfverbetering gelukkig?

Zelfverbetering. Het klinkt zo aanlokkelijk: groeien als persoon, je volle potentieel benutten en van alle kanten waardering oogsten. Je leest een berg boeken, volgt podcasts, test nieuwe gewoontes (denk aan journaling of koude douches) en gaat druk aan de slag met “meer uit het leven halen.” Klinkt leuk, toch? Je zou verwachten dat je er gelukkiger en completer door wordt. Maar wat als die voortdurende focus op ‘beter worden’ juist bevestigt dat je niet goed genoeg bént?

Misschien is dat wel de ironische valkuil van zelfverbetering. Ik herken het uit mijn eigen leven én uit de verhalen van mensen die bij me aankloppen in mijn praktijk, Unhooked. In deze blog ga ik hier dieper op in. We kijken hoe ons streven naar zelfoptimalisatie soms juist onze innerlijke onzekerheid voedt, en waarom je misschien niet zo veel hoeft te ‘repareren’ aan jezelf als je denkt. Klinkt dat een tikje tegenstrijdig? Misschien wel, maar laten we er eens rustig doorheen wandelen.

“Wacht, zijn dat nou zelfhulpboeken?”

Een tijd geleden vroeg iemand me waarom ik toch altijd zo in de weer was met zelfhulpboeken en rond filosofie, psychologie en oude wijsheidstradities. Ik reageerde geprikkeld: “Dit gaat niet over zelfhulp, hoor! Dit is voor mijn werk, dit gaat over diepere dingen dan de waan van de dag” Ik wilde er niet aan dat ik — net als zovelen — met een onbewuste zelfhulpdrang bezig was. En toch: toen ze vroeg wat ik er concreet uit haalde, stond ik met mijn mond vol tanden. Had ik een doel? Een eindpunt? Een tastbaar resultaat? Ik wist het niet.

Die realisatie begon te knagen. Ik was jaren in de veronderstelling geweest dat ik mezelf steeds beter maakte, dat ik iets ‘bereikte.’ Maar plots voelde ik de leegte erachter: was ik misschien vooral bezig om een gevoel van tekort weg te poetsen? Wilde ik stiekem bewijzen dat ik waardevol was?

Je raadt het al: dat ene ongemakkelijke moment met die kritische vraag schudde mijn zorgvuldig gebouwde kaartenhuis omver. Toch was ik ook dankbaar, want het dwong me te onderzoeken waar mijn drang tot zelfverbetering écht vandaan kwam.

Drang naar groei (of angst om niet goed genoeg te zijn?)

We leven in een cultuur waarin we voortdurend het gevoel hebben dat we ‘moeten groeien.’ Op social media zie je de meest succesvolle versies van anderen: de ene heeft die droombaan, de ander doet mee aan triatlons, en weer een ander mediteert elke ochtend om zes uur alsof dat de normaalste zaak van de wereld is. Natuurlijk willen we dan niet achterblijven. We zetten alles op alles om minstens net zo productief, sportief, spiritueel of sociaal te worden. Anders hoor je er niet bij, toch?

Maar hier zit een verborgen drijfveer achter: “ik ben niet goed genoeg.” Die angst verstoppen we vaak achter allerlei nobele doelen: we willen onze discipline verbeteren, onze vriendelijkheid aanscherpen of onze focus vergroten. Maar als je eerlijk kijkt, voelt het soms alsof je zonder al die inspanningen geen bestaansrecht hebt. Alsof je zonder je dagelijkse workout of je mindfulnessroutine een lui persoon bent die het allemaal niet waard is.

Je kunt het vergelijken met een fietsband die langzaam leegloopt. Telkens als je ‘m oppompt, zit je weer even goed op druk: je voelt je prima, je ego is gerepareerd. Maar de band blijft lek en loopt geleidelijk leeg, dus je moet eindeloos blijven pompen. In deze metafoor is dat pompgedrag onze neiging tot steeds weer nieuwe zelfhulp- en zelfverbeterprojecten. Het écht oplossen van de lekkage — de overtuiging “ik ben niet goed genoeg”— blijft meestal uit.

Paradoxaal effect: elke stap vooruit bevestigt een tekort

Zelfverbetering is dus niet altijd wat het lijkt. Stel, je wilt socialer zijn. Je leest boeken, volgt cursussen en forceert jezelf om voortdurend het gesprek aan te gaan. Op zich niets mis mee, ware het niet dat je elke keer ook bevestigt: “Als ik nu niet nóg socialer word, tel ik niet mee.” Hetzelfde geldt voor wie zichzelf afbeult in de sportschool omdat hij of zij anders ‘te slap’ zou zijn, of voor iemand die streng mediteert omdat z’n hoofd anders te chaotisch is.

We hopen via zo’n route onszelf ooit waardig te gaan voelen. Het gekke is dat het pad zélf oneindig is. Hoeveel kilo’s je ook tilt, hoeveel mensen je ook tevredenstelt, hoeveel gewoontes je ook implementeert, er blijft steeds dat kleine stemmetje in je achterhoofd dat zegt: “Meer, meer, meer.” Dat innerlijke vacuüm is namelijk nooit gevuld. Het gevolg? We rennen onszelf soms compleet voorbij, raken verstrikt in perfectionisme of ervaren onrust omdat er altijd wel iets is dat we nóg beter kunnen doen.

Als psycholoog zie ik dikwijls mensen die zich suf hebben getraind in het ‘fixen’ van zichzelf. Sommigen hebben talloze therapieën gevolgd, anderen hebben een boekenkast vol zelfhulpboeken. Ze zijn continu bezig met vraagstukken als: “Hoe leer ik mezelf accepteren?” of “Hoe verwerk ik dit of dat trauma op de beste manier?” Prachtige vragen, maar de clou is dat alles blijft draaien om het idee: “Er zit iets fundamenteel mis met mij en dat moet worden opgelost.”

Wat als die inspanning juist averechts werkt?

Hier schuilt een paradox: hoe harder je probeert om jezelf te verbeteren, hoe meer je onbewust bevestigt dat je niet oké bent zoals je nu bent. Neem nou perfectionisme. Veel perfectionisten zeggen: “Ik móét hoge cijfers halen, ik móét altijd presteren.” Waarom? Onder dat gedrag schuilt meestal de angst: “Anders ben ik een mislukkeling.” Dus juist de enorme inzet om het goed te doen, voedt continu de boodschap: “Je bent nog niet goed genoeg.” Dat gaat van kwaad tot erger en leidt tot stress, burn-out, faalangst en andere ellende.

Het wrange is dat deze drang tot perfectie cultureel gezien vaak wordt aangemoedigd. We vieren de harde werkers die alles geven, de ambitieuzen die niet opgeven. Maar zelden vragen we ons hardop af: waarom tóch die moeite? Wat bekruipt ons vanbinnen als we even niet rennen, niet jagen, niet meten, niet verbeteren?

Een experiment: wat gebeurt er als je loslaat?

Een tip, of beter gezegd: een kleine uitdaging voor jezelf. Laat je ‘verbetergedrag’ eens voor een paar weken los. Geen nieuwe rituelen, geen extra cursussen, geen gloednieuwe plannen om je day-to-day routine drastisch te veranderen. Doe wat je normaal doet, maar dan zonder de obsessie om jezelf te upgraden.

Kijk wat er gebeurt met je gemoedstoestand. Voel je opluchting of juist paniek? Voel je een stille angst opkomen dat je achteruit holt of iets belangrijks laat liggen? Dáár zit vaak de kern — de plek waar je denkt: “Als ik nu niet doorga, dan val ik door de mand.” Dat gevoel zelf durven aankijken is cruciaal. Precies daar zie je de impact van “ik ben niet oké” in actie.

Mensen schrikken soms van de rust en ruimte die ontstaat als ze even stoppen met zichzelf opleggen dat ze nóg beter moeten worden. Die stilte kan heel ongemakkelijk voelen. Maar het kan ook de eerste stap zijn naar een gezondere manier van omgaan met jezelf.

Het verschil tussen symptoombestrijding en echte doorbraak

Ik heb in mijn praktijk regelmatig cliënten die al heel wat therapievormen hebben uitgeprobeerd. Die methoden kunnen best zinvol zijn, maar ze hebben vaak één ding gemeen: ze werken vaak vanuit de aanname dat er een ‘negatief zelfbeeld’ is dat je moet corrigeren of verbeteren. Met andere woorden: je gaat actief aan de slag om je zelfbeeld op te poetsen.

Het gevaar is dat we daarmee net zo goed in dezelfde val kunnen stappen. We blijven namelijk werken vanuit het idee dat er ‘iets mis’ is dat we moeten rechtzetten. Neem de metafoor van een donkere kamer. Je ziet in het schemerlicht iets liggen dat lijkt op een slang. Een traditionele benadering zou zeggen: “Oké, laten we technieken leren om die slang te bezweren.” Maar stel nou dat het gewoon een stok is? Dan hoef je helemaal niets te doen. Zodra je doorziet dat het geen slang is, valt er ook niks meer te fixen.

Deze metafoor staat symbool voor een bredere kijk: misschien ben je helemaal niet zo kapot of waardeloos als je denkt. Misschien is dat onheilspellende, negatieve zelfbeeld niet meer dan een misvatting, een stok die je voor een slang aanziet. Pas als je beseft dat je het niet hoeft te repareren, valt die eindeloze zoektocht een beetje stil en kun je ademhalen.

Loop je al een tijd vast en kom je er zelf niet uit?

Neem vrijblijvend contact op voor een kennismaking en ontdek welke meerwaarde therapeutisch contact kan hebben voor je mentale gezondheid.

Kom in contact

Korte vragen om de vicieuze cirkel te doorbreken

  • Waar ben ik bang voor als ik niet verbeter?
    Probeer voor jezelf in kaart te brengen wat er zou gebeuren als je de drang om altijd ‘beter’ te worden loslaat. Welke angst komt dan boven? Voel je je dan nutteloos, bang om afgewezen te worden? Hier ontdek je jouw onderliggende gevoel van ‘niet goed genoeg zijn.’

  • Voor wie doe ik dit eigenlijk?
    Wees eerlijk. Wil je écht leren meditatie-apps te gebruiken omdat het je kalmte geeft? Of is het stiekem een manier om tegen jezelf te zeggen: “Kijk mij eens zen en spiritueel zijn, dan ben ik tenminste niet zo chaotisch als ik denk.” En, nog eerlijker, misschien vind je het ook leuk om naar de buitenwereld te laten zien dat je ‘goed bezig’ bent?

  • Werkt dit echt voor mij?
    Misschien geeft je verbeterproject op korte termijn voldoening. Maar leidt het op lange termijn tot rust en tevredenheid? Of zit je juist vaster in die overtuiging dat je nooit genoeg doet?

  • Kan ik het ongemak gewoon even toelaten?
    In plaats van als een gek te blijven pompen (die lekke band) of te blijven vechten tegen de ‘slang’ in de kamer, kun je ook heel eventjes stilstaan. Durf je een paar minuten het gevoel van “niet goed genoeg” te laten bestaan zonder het weg te duwen? Je merkt dan dat die angstvolle gedachte net als golven in de zee voorbijgaat.

  • Heb ik tijd of hulp nodig om dit helder te zien?
    Soms heb je iemand anders nodig — een therapeut, psycholoog of een goede vriend — om een spiegel voor te houden. Ook kan het helpen om tijdelijk te stoppen met externe input (podcasts, boeken) en juist de stilte op te zoeken. Veel mensen vinden dat doodeng, maar het kan wonderen doen voor je inzicht.

Niks te fixen? Dat klinkt te mooi om waar te zijn

Misschien klinkt het alsof ik zeg: “Laat alles varen en ga een beetje hangen op de bank, want je bent al geweldig!” Dat is niet helemaal wat ik bedoel. Het leven is een dynamisch proces en we blijven natuurlijk leren en groeien. Maar er is een wereld van verschil tussen het idee dat je moet groeien omdat je anders niets waard bent, en het besef dat groei en leren juist iets natuurlijks is, zonder dat je jezelf als ‘gebrekkig’ bestempelt.

Het kan best zijn dat je ergens oprecht interesse in hebt, zonder dat je daarmee je gebrek aan eigenwaarde probeert te compenseren. Denk aan gitaar leren spelen omdat je houdt van muziek, niet omdat je bang bent anders een saaie persoonlijkheid te hebben. Of sporten omdat je geniet van fysieke beweging, niet omdat je je lichaam haat. Dat verschil lijkt subtiel, maar het is enorm. Het ene komt voort uit een gevoel van liefde en waardering voor wie je bent, het andere uit een angstgedreven drang om toch maar iets waard te zijn.

Zelfbeeld versus werkelijkheid

Veel therapievormen blijven gericht op het versterken of repareren van een zogenaamd gebrekkig zelfbeeld. Maar wat als je zelfbeeld gewoon een verzameling overtuigingen is die niet per se kloppen? Je kunt ook onderzoeken of het negatieve zelfbeeld wel zo ‘waar’ is. Zolang we blijven geloven dat we fundamenteel defect zijn, rennen we in cirkels rond. Wat nou als je helemaal niet defect bent, en die hele zelfbeeld-discussie slechts een ruis is die je meesleept?

Kijk bijvoorbeeld naar jonge kinderen. Een peuter die enthousiast leert lopen en struikelt, stopt niet omdat hij denkt “Ik ben waardeloos.” Het idee van ‘niet goed genoeg’ is later bij hem ingesleten — door ervaringen, sociale druk en vergelijkingen. Misschien is het een erfenis van opmerkingen thuis, op school of via de samenleving. Maar is zo’n overtuiging de waarheid? Vaak niet. Het is eerder een verhaal dat je jezelf bent gaan vertellen, en dat maar blijft kleven.

Over jezelf leren houden zonder project van te maken

Er is een uitspraak die luidt: “Je kunt een probleem niet oplossen met de manier van denken die het heeft gecreëerd.” Als het probleem is dat we onszelf afwijzen, is de oplossing niet: “Laten we nóg harder aan onszelf werken.” Dat is immers dezelfde manier van denken — blijven sleutelen totdat we goed genoeg zijn. Misschien is de échte oplossing een volstrekt andere blik: “Er is geen fundamenteel probleem. Ik ben al heel.”

Dit kan in eerste instantie gek klinken of zelfs arrogant voelen. Mensen denken: “Ja, maar ik zie toch echt dat ik dingen fout doe, dat ik lui ben, dat ik ben gestruikeld in mijn carrière, dat ik vaak chagrijnig ben…” Zeker, niemand ontkent dat. Maar dat wil niet zeggen dat je als mens fundamenteel tekortschiet. Gedrag is niet hetzelfde als identiteit.

Vanuit deze kijk ga je niet eindeloos sleutelen aan je zelfbeeld, maar leer je compassie te hebben voor jezelf. Je leert een negatieve gedachte te zien als simpelweg een gedachte — een wolkje dat langskomt — in plaats van iets dat je definitief typeert. Vergelijk het met een radio die ruis uitzendt: je hoeft de ruis niet uitgebreid te ‘herprogrammeren’ als je beseft dat je hem ook gewoon zachter kunt zetten of uit kunt zetten.

Mens-zijn betekent ook onzekerheid en groei

Let wel, dit betekent niet dat je nooit meer iets nieuws mag oppakken of dat je stopt met persoonlijke ontwikkeling. Integendeel. Het is juist verrijkend om te blijven leren, ervaringen op te doen, en te ontdekken waar je talenten liggen. Maar de kunst is om dit te doen vanuit een vriendelijke, nieuwsgierige houding: je wilt nieuwe dingen leren omdat het leuk is, omdat je dat proces waardeert, niet omdat je anders een ‘mislukte’ versie van jezelf zou zijn.

Bovendien is het mens-zijn per definitie rommelig en onzeker. We hebben allemaal onze kwetsbaarheden. Soms komt er angst, jaloezie of verdriet omhoog. Dat zijn stukjes menselijkheid die niet per se betekenen dat je “niet oké” bent. Ze horen bij het pakketje ‘leven.’ De illusie dat we ooit alles perfect onder controle kunnen hebben, schept alleen maar meer stress en faalangst.

Hoe ik bij Unhooked hiermee werk

In mijn eigen psychologiepraktijk, Unhooked, komen mensen vaak binnen met de wens zichzelf te ‘fixen.’ Ze vragen: “Kun je me helpen om mijn zelfbeeld te verbeteren?” of “Hoe leer ik assertiever te zijn?” Begrijpelijk dat ze zo denken — dat is immers wat je overal hoort: ga aan jezelf werken, dan los je het wel op. Maar wat ik aanbied, is iets anders: samen onderzoeken we of die veronderstelling over ‘niet goed genoeg’ wel klopt. We kijken naar de verhalen die je over jezelf vertelt, en of die wel waar zijn. Vaak blijkt dat de grond onder dat negatieve zelfbeeld helemaal niet zo stevig is als je denkt.

Stap voor stap help ik je inzien dat veel van je overtuigingen slechts ‘gedachten’ zijn, die je niet langer blind hoeft te geloven. Je ontdekt hoe je ongemak of zelftwijfel kunt verdragen zónder meteen te concluderen dat je waardeloos bent. In plaats van eindeloos te werken aan je zelfverbeteringsproject, onderzoek je of het project zelf wel nodig is. Die aanpak kan confronterend zijn, maar ook ontzettend bevrijdend.

Durf te verkennen hoe het is om al ‘oké’ te zijn

Misschien roept het vragen op. Zoals: “Maar hoe leef ik dan? Blijf ik niet stilstaan als ik niets aan mezelf verbeter?” Sta eens stil bij de mogelijkheid dat echte groei ontstaat wanneer je jezelf niet voortdurend als gebrekkig beschouwt. Je kunt immers leren vanuit nieuwsgierigheid, plezier en liefde, in plaats van uit angst. En dat voelt een stuk lichter.

Bovendien is er niks mis met nieuwe uitdagingen aangaan. Maar als je dat doet omdat je puur geniet van het proces, dan is de dynamiek heel anders dan wanneer je handelt uit zelfverwijt. Dan is je motivatie niet “Ik moet beter worden dan ik nu ben, want ik ben nog niet genoeg,” maar “Ik vind het fijn en interessant om deze weg te bewandelen.”

Conclusie: waarom je misschien niet zoveel hoeft te doen

Zelfverbetering kán zinvol zijn als het voortkomt uit een gezonde wens om te leren, te ervaren, te ontdekken. Maar als het een strijd is om jezelf te bewijzen, kan het je juist verder van huis brengen. Bij elke poging om ‘beter’ te worden, bekrachtig je immers het idee dat je nog niet goed bent. Dat ondermijnt je zelfbeeld en werkt op termijn averechts.

Dus als je nu zit te tobben of je iets nieuws moet oppakken, of je nóg een boek moet lezen over discipline of communicatie, vraag je dan eens af: welke boodschap geef ik mezelf hiermee? Houd ik mezelf in een cirkel van bevestiging dat ik nog niet goed ben, of voel ik écht een speels verlangen om te ontdekken?

Merk je dat je blijft hangen in angst en onzekerheid, weet dan dat je niet alleen bent. Misschien is het een goed moment om een andere route te proberen: niet harder werken aan jezelf, maar eens uitzoomen en zien dat je misschien niets wezenlijks hoeft te repareren. Dat gevoel kan verfrissend zijn.

Wil je dit verkennen, of heb je het gevoel dat je wat begeleiding kunt gebruiken om uit het hamsterrad van zelfafwijzing te stappen? Dan ben je bij Unhooked welkom. Neem gerust contact met me op of plan een kennismakingsgesprek. Soms is de grootste eyeopener dat je al goed genoeg bént, en dat je daar niet eindeloos naar hoeft te zoeken.

Omdat, heel eerlijk, misschien is het al mooi zoals het nu is. En hoe zou het zijn om dat echt te durven voelen?

Benieuwd of Unhooked iets voor je is of wil je gewoon eens sparren over jouw ervaringen met zelfverbetering? Stuur me een berichtje of plan een vrijblijvende afspraak. Je bent welkom!

Loskomen van een negatief zelfbeeld?

Zet de eerst stap en meld je aan voor een kennismaking.